Een nieuw initiatief: Orkest Centraal!
Dirigent en oprichter Mark van Mil:
‘Er zijn ontelbare initiatieven binnen de blaasmuziek op projectbasis. Allemaal sterk en krachtig binnen hun eigen opzet en thematiek. Na tal van initiatieven en projecten te hebben gedirigeerd merk ik dat ik zelf voornamelijk behoefte heb aan terugkeren naar de basis; muziek maken. Bij projecten wordt al gauw veel zorg en aandacht besteedt aan zaken die niet primair met muziek te maken hebben. Als dirigent ben je dan vaak ook als manager of adviseur betrokken en het is niet dat die rol me niet past maar soms heb ik het gevoel dat het wel afleidt van de muziek. Daarnaast heb ik ook weer sterk de behoefte te werken aan bijzondere muziekstukken die niet alledaagse kost zijn voor de deelnemers én daadwerkelijk kunnen worden uitgediept. Niet een avondvullend programma met 13 stukken met voor ieder wat wils en matig uitgewerkt. Dat past me niet zo. We kiezen een beperkt aantal werken, al dan niet binnen een gemeenschappelijk thema, werken deze goed uit en voeren ze uit op een kwalitatieve, voor muziek geschikte locatie. Het eerste project, onder de noemer Arabesque, was daar direct een perfect voorbeeld van. Muziek van Saint-Saens, Amirov en Hazo, muziek van de bovenste plank maar zeer aantrekkelijk voor muzikanten die eens willen werken aan goede transcripties van symfonische werken en zich uitstekend lenen voor harmonieorkest. Dit gecombineerd met het uitdagende, hedendaagse werk van Hazo leverde een zeer aantrekkelijk en gevarieerd programma’. De Zijderoute, ons tweede project doet daar zeker niet voor onder!
Vaak worden die grote, lange programma’s gekozen om juist ook voor het publiek aantrekkelijk te zijn. Niet alleen ‘zware’ muziek maar ook lichte en zelfs popmuziek, al dan niet samen met een artiest. Waarom kies je dan nu zo stellig voor een beperkt aantal werken die, laten we zeggen, niet bepaald herkenbaar zijn voor het publiek?
‘Alhoewel ik deze discussie goed snap, geloof ik niet zo in dat programmeren en vermaken van het publiek. Ik denk dat publiek wat daadwerkelijk geïnteresseerd is in wat er op het podium gebeurd juist vooral geniet van kwaliteit, passie, betrokkenheid en gedrevenheid. Daarvoor heb je niet persé een bepaald genre nodig, of moet je een ander uitsluiten. Wat je doet moet goed zijn, met verve gebracht worden en vooral het programmeren van kwalitatieve werken, die zich lenen voor de orkestvorm van dat moment, maken een optreden boeiend. En is het niet zo dat niet alleen het publiek, maar zeker ook de muzikanten en dirigent moeten genieten van wat er gebeurd? Ook dit draagt uiteindelijk bij aan de totaalbeleving van het publiek.
Bij Orkest Centraal dus nu even geen fancy crossovers met andere kunstvormen, programma’s vol lichte muziek of integratie met multimedia. Daar is niets mis mee, maar laat dat een ander maar doen. Mooie, pure programma’s met boeiende muziekstukken die niet dagelijks voorbij komen en dicht bij de dirigent staan; in mijn ogen komt dan muziek het best tot haar recht.
Ik hoop dat dit soort termen, thematiek en genres een breed scala aan (goede) muzikanten in Midden-Nederland aanspreekt.